Stappenplan: Hoe bereid je je voor op een woonwagenstandplaats?
Stappenplan: Hoe bereid je je voor op een woonwagenstandplaats?
Veel woonwagenbewoners lopen vast door lange wachttijden, verboden bindingseisen of het ontbreken van een duidelijke wachtlijst. Toch zijn er concrete stappen die je kunt zetten om je recht op een standplaats veilig te stellen. Dit stappenplan helpt je om goed voorbereid en juridisch sterk in aanmerking te komen.
Stap 1 – Inschrijving op de wachtlijst
Meld je zo snel mogelijk aan bij de gemeentelijke wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen. Bewaar altijd bewijs van je inschrijving (bevestigingsbrief of e‑mail). Waarom: alleen wie formeel staat ingeschreven kan aanspraak maken op een plek. Dit is de basis van je recht.
Stap 2 – Bewijs van behoefte (leidend!)
Als inschrijving niet mogelijk was, zorg dan dat je melding van behoefte aantoonbaar is vastgelegd (bijvoorbeeld via een brief, e‑mail of verklaring). Waarom: een melding van behoefte mét bewijs geldt juridisch als een geldige aanspraak en prevaleert zelfs boven een latere inschrijving van anderen. Het College voor de Rechten van de Mens heeft bevestigd dat gemeenten de behoefte van woonwagenbewoners moeten inventariseren en dat dit leidend is voor beleid en toewijzing.
Stap 3 – Houd je gegevens actueel
Controleer regelmatig of je gegevens bij de gemeente kloppen (adres, gezinssamenstelling, contactgegevens). Waarom: fouten of verouderde gegevens kunnen leiden tot uitsluiting of vertraging.
Stap 4 – Weerleg verboden bindingseisen
Laat je niet afschrikken door eisen zoals "lokale binding" of "familieverband". Verwijs naar het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens (2023‑63): zulke eisen zijn discriminatoir en verboden. Waarom: gemeenten mogen je niet uitsluiten omdat je uit een andere gemeente komt of niet in familieverband wilt wonen.
Stap 5 – Documenteer je wachttijd
Houd zelf bij hoe lang je al staat ingeschreven of hoe lang geleden je je behoefte hebt gemeld. Waarom: de Rechtbank Den Haag (2024) heeft bepaald dat de wachttijd voor een standplaats binnen vijf jaar gelijk moet zijn aan die voor een sociale huurwoning. Je eigen dossier helpt om dit af te dwingen.
Stap 6 – Bewaak je mensenrechten
Weet dat geld of praktische bezwaren geen excuus zijn voor gemeenten om je achter te stellen. Verwijs naar de Nationale Ombudsman: "Geld mag geen obstakel zijn voor het nakomen van mensenrechten." Waarom: dit versterkt je positie in gesprekken en procedures.
Wanneer een gemeente of woningcorporatie weigert om in de feitelijke woonbehoefte van woonwagenbewoners te voorzien, of bewoners aan het lijntje houdt door niet te reageren of door te verwijzen naar externe bureaus, handelt zij in strijd met haar verantwoordelijkheid voor de mensenrechten van woonwagenbewoners.
Het niet reageren of afschuiven vormt een schending van de positieve verplichtingen die voortvloeien uit artikel 8 EVRM en de Algemene wet gelijke behandeling. Om dit tegen te gaan, is het van belang dat woonwagenbewoners zelf een formele aanvraag indienen en daarmee een besluit uitlokken. Alleen een formeel besluit kan worden aangevochten bij bezwaar en beroep. Hieronder volgt een stappenplan en een voorbeeldbrief.
Formele aanvraag indienen
Dien een schriftelijke aanvraag in bij het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) van de gemeente.
Verwijs naar artikel 1:3 lid 3 Awb (aanvraag om een besluit).
Besluit afdwingen
Vraag expliciet om een besluit over toewijzing én realisatie van een standplaats.
Wijs op de wettelijke beslistermijn van acht weken (art. 4:13 Awb).
Ondersteuning door mensenrechtenkader
Onderbouw je bezwaar met verwijzing naar het advies van het College (2018) en de oordelen (2016-19, 2015-61, 2024-68).
Benadruk dat de behoefte leidend is en dat beleid dat afbouw of nuloptie nastreeft in strijd is met mensenrechten.
Bezwaar en beroep bij inhoudelijke weigering
Als de gemeente een afwijzend besluit neemt, dien bezwaar in.
Indien nodig, vervolg met beroep bij de bestuursrechter.
Dwangsom en beroep
Indien de gemeente niet tijdig beslist, beroep je op de dwangsomregeling (art. 4:17 Awb).
Stel beroep in tegen de fictieve weigering (art. 6:2 Awb).
Voorbeeldbrief

Juridische basis
Artikel 1:3 lid 3 Awb – een aanvraag is een verzoek om een besluit.
Artikel 4:13 Awb – de gemeente moet binnen 8 weken beslissen.
Artikel 4:17 Awb – bij niet‑tijdig beslissen ontstaat recht op een dwangsom.
Artikel 6:2 Awb – geen besluit = een fictieve weigering, waartegen beroep mogelijk is.
Officiële tekst: wetten.nl – Algemene wet bestuursrecht
