
Media
Media
Rechtspraak zonder geweten: woonwagenbewoners buitenspel gezet

Publicatie 13 december 2025 Redactie De Rolleman
Nederland noemt zichzelf een rechtsstaat, een land van onafhankelijke rechters en gelijke behandeling. Maar voor woonwagenbewoners blijkt die belofte vaak niet meer dan een papieren werkelijkheid. In de rechtszaal ontvouwt zich een patroon dat niet incidenteel is, maar structureel: uitsluiting, miskenning en het systematisch uithollen van mensenrechten.
Wie een procedure voert over woonwagenbewoning ziet steeds dezelfde mechanismen terugkeren. Feiten verdwijnen uit vonnissen, verklaringen worden verdraaid en cruciale argumenten genegeerd. Het gaat niet om slordigheid, maar om een ondermijning van het recht op een eerlijk proces.
Daarbij komt dat rechters zich herhaaldelijk neerbuigend uitlaten over de woonwagencultuur. De woonwagen wordt gereduceerd tot een object of financieel bezit, terwijl het in werkelijkheid gaat om een levenswijze die diep verweven is met identiteit, familie en traditie. Zonder kennis van die cultuur worden verstrekkende oordelen geveld, alsof men een leefwijze kan reguleren of beëindigen zonder haar te begrijpen.
De goede procesorde wordt daarbij vaak geschonden. Kritiek van woonwagenbewoners wordt niet opgevat als noodzakelijke correctie, maar als aanval. De griffier, die zou moeten waken over orde en eerlijkheid, grijpt niet in. Zo verdwijnt een essentiële waarborg voor de burger. Nog schrijnender is het structureel negeren van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De vereiste belangenafweging, de zogenoemde fair balance, blijft uit. Jurisprudentie van het Europees Hof wordt genegeerd, terwijl die juist bedoeld is om nationale willekeur te begrenzen. Wanneer artikel 8 al wordt genoemd, gebeurt dat vaak via lid 2, waarmee bescherming wordt uitgehold en inmenging gelegitimeerd.
Daarmee wordt het artikel misbruikt en gereduceerd tot een instrument om inmenging te rechtvaardigen, in strijd met vaste Europese rechtspraak. Het narcisme binnen de rechtspraak openbaart zich in uitspraken waarin rechters zichzelf centraal stellen, persoonlijke vergelijkingen maken en culturele identiteit wegzetten als irrelevant. Het is een vorm van zelfgenoegzaamheid die de kern van de rechtsstaat ondermijnt.
De gevolgen zijn ingrijpend. Uitspraken sluiten vaak niet aan op wat ter zitting is besproken, maar worden wel uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Mensenrechtenschendingen kunnen zo plaatsvinden nog vóórdat hoger beroep behandeld is. Dagelijks ontvangt de landelijke woonwagenvereniging De Rolleman klachten van bewoners die geen advocaat kunnen vinden of geconfronteerd worden met rechters die denigrerend spreken en weigeren hun cultuur te erkennen. Het gaat niet om incidenten, maar om een patroon dat de fundamenten van de rechtsstaat aantast.
Ondertussen blijkt de scheiding der machten een mythe: rechters zijn feitelijk onaantastbaar, zelfs bij mogelijk strafbaar handelen durven opsporingsinstanties niet in te grijpen. Advocaten geven bovendien aan dat woonwagenzaken juridisch complex zijn en veel tijd vergen, terwijl de vergoedingen ontoereikend zijn. Zoals Trouw recent waarschuwde, is rechtshulp voor veel Nederlanders inmiddels te duur. En zoals de Volkskrant scherp stelde: "Als bij advocatenkantoren de moed verdwijnt, dan sterft de rechtsstaat."
Voor woonwagenbewoners is dat geen abstracte waarschuwing, maar dagelijkse realiteit. Het gevolg is dat zij structureel moeite hebben om effectieve rechtsbijstand te vinden en daarmee uitgesloten worden van toegang tot de rechter.
Wat resteert is een systeem dat niet corrigeert, niet leert en geen respect toont voor een beschermde minderheid. Rechters hanteren een abstract idee van gelijkheid, waarbij woonwagenbewoners simpelweg worden vergeleken met de gemiddelde Nederlander. Daarmee wordt het materiële gelijkheidsbeginsel miskend: gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden en ongelijke gevallen ongelijk, naar de mate van hun ongelijkheid. Woonwagenbewoning is zo'n ongelijk geval, een cultureel beschermde identiteit die maatwerk vereist. Toch stuiten verzoeken om differentiatie op weerstand. Rechters maken zelfs persoonlijke vergelijkingen – "ik woon ook niet met mijn hele gezin op één locatie" – waarmee zij het fundamentele verschil tussen individuele voorkeuren en een culturele traditie negeren
Zoals Rechtennieuws al stelde: corruptie in de rechtspraak hoeft niet altijd om geld te draaien. Het is ook het negeren van feiten en wetten om tot een vooraf vaststaande uitkomst te komen. Historicus Lord John Dalberg-Action waarschuwde al in 1887: "Macht corrumpeert, en absolute macht corrumpeert absoluut." Wie daarvoor de ogen sluit, kijkt niet naïef weg, maar bewust. En precies dat wegkijken ervaren woonwagenbewoners dagelijks in de rechtszaal. Al in 1890 promoveerde H.Ph. 't Hooft op zijn proefschrift Omkooping van (rechterlijke) ambtenaren. Meer dan een eeuw later blijft die waarschuwing actueel: rechters zijn gewone mensen, maar wel met veel macht. En waar macht is, zijn ook rotte appels.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) stelt in artikel 12 dat niemand mag worden onderworpen aan willekeurige inmenging in zijn privéleven, familie of woning. Wanneer rechters artikel 8 EVRM negeren, schenden zij niet alleen Europese jurisprudentie, maar ook deze universele norm.
Daarmee plaatsen zij zich buiten de internationale rechtsorde en ondermijnen zij de geloofwaardigheid van de Nederlandse rechtsstaat. In de UVRM preambule klinkt de waarschuwing: "Overwegende, dat het van het grootste belang is, dat de rechten van de mens beschermd worden door de suprematie van het recht, opdat de mens niet gedwongen worde om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand tegen tirannie en onderdrukking." Voor woonwagenbewoners is dit geen theoretische tekst, maar een dagelijkse realiteit. Wanneer hun rechten niet worden beschermd, rest slechts verzet tegen een systeem dat hen structureel buitensluit
Zolang dit niet wordt erkend, blijft de rechtsstaat voor woonwagenbewoners een belofte op papier, geen werkelijkheid in de rechtszaal. Het is tijd dat rechters, advocaten en griffiers in de spiegel kijken. Want wanneer de rechtsstaat faalt voor een minderheid, faalt zij voor ons allemaal.
Auteur: T.H. Van Wanrooij
