Nationale Ombudsman Position paper voor het rondetafelgesprek standplaatsenbeleid op 15 september 2021
Nationale Ombudsman Position paper voor het rondetafelgesprek standplaatsenbeleid op 15 september 2021
- 'Van gemeenten hoor ik dat de woonvorm van woonwagenbewoners duur en lastig te realiseren is. Ik heb begrip voor de financiële en praktische uitdagingen. Maar geld mag geen obstakel zijn voor het nakomen van mensenrechten. Ik verwacht dat het onderzoek van BZK naar de kosten van standplaatsen gepaard gaat met voldoende middelen voor het realiseren van deze woonvorm. De overheid moet de door haar gedane toezeggingen nakomen'
- 'Het is de hoogste tijd dat er nu echt meer standplaatsen voor woonwagenbewoners bijkomen. De ingewikkelde situatie op de woningmarkt mag geen excuus zijn om woonwagenbewoners zo lang achter te stellen. Voor de Rijksoverheid is het belangrijk om een regierol te nemen in het verzamelen en verspreiden van kennis, het faciliteren van gemeenten en het monitoren van de situatie'
In bovenstaande position paper richt de Nationale Ombudsman zich tot de Tweede Kamer over het tekort aan standplaatsen voor woonwagenbewoners. Hij herinnert eraan dat al in 2017 werd vastgesteld dat gemeenten en het Rijk de mensenrechten van woonwagenbewoners niet centraal stellen, maar vooral inzetten op "normalisatie" en zelfs uitsterfbeleid. Daardoor werden geen inventarisaties gedaan naar de behoefte, geen nieuwe standplaatsen gecreëerd en werden vrijgekomen plekken vaak geblokkeerd. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het College voor de Rechten van de Mens hebben duidelijk gemaakt dat staten en gemeenten verplicht zijn de levensstijl en culturele identiteit van woonwagenbewoners te faciliteren. Het niet realiseren van standplaatsen is volgens deze instanties discriminatie.
De Ombudsman deed daarom concrete aanbevelingen: het Rijk moet een minister aanwijzen als portefeuillehouder, samen met gemeenten een visie ontwikkelen die aansluit bij het mensenrechtenkader, kennis op peil brengen en de impact van beleid monitoren. Gemeenten moeten zelf een portefeuillehouder benoemen, de raad betrekken bij beleid, de behoefte aan standplaatsen vastleggen in de woonvisie en criteria en woonvormen inventariseren.
Hoewel er in 2018 een nieuw beleidskader kwam dat op papier de culturele identiteit erkent, blijkt uit klachten en monitors dat er in de praktijk nauwelijks nieuwe standplaatsen zijn gerealiseerd. Gemeenten wijzen op kosten en praktische problemen, maar de Ombudsman stelt dat geld geen excuus mag zijn om mensenrechten te schenden. Hij benadrukt dat de ingewikkelde situatie op de woningmarkt niet mag leiden tot achterstelling van woonwagenbewoners. Zijn oproep aan de Tweede Kamer is om het kabinet blijvend te dwingen regie te nemen, kennis te verspreiden, gemeenten te faciliteren en daadwerkelijk voldoende standplaatsen te realiseren.
