
Media
Media
Niet asielzoekers, maar gemeentelijk beleid zet woonwagenbewoners klem

Publicatie 14 december 2025 Redactie woonwagenmedia
Niet asielzoekers, maar gemeentelijk beleid zet woonwagenbewoners klem
In het huidige maatschappelijke klimaat wordt de woningnood op sociale media steeds vaker toegeschreven aan asielzoekers. Ook binnen de woonwagengemeenschap leidt die discussie tot spanningen. Volgens woonwagenvereniging De Rolleman dreigt daarmee de aandacht te verschuiven van de kern van het probleem: het structurele gemeentelijke beleid dat al decennialang tekortschiet.
Woonwagenbewoners zijn op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Kaderverdrag voor nationale minderheden beschermd. Hun woonvorm is onlosmakelijk verbonden met een eigen culturele identiteit en moet als zodanig door de overheid worden gefaciliteerd. De Nationale ombudsman benadrukte eerder dat financiële of praktische bezwaren nooit een rechtvaardiging mogen vormen voor het niet naleven van mensenrechten. Ook benadrukt de ombudsman dat de huidige ingewikkelde situatie woningmarkt geen excuus mag zijn om woonwagenbewoners structureel achter te stellen.
Volgens De Rolleman is het daarom onjuist om de wooncrisis, die mede samenhangt met immigratie, te laten neerslaan bij woonwagenbewoners. Deze groep is immers al jarenlang achtergesteld door wat vaak wordt aangeduid als uitsterfbeleid. De ombudsman heeft expliciet vastgesteld dat gelijke behandeling niet betekent dat ongelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden. De behoefte aan standplaatsen is een uitdrukking van culturele identiteit, die door diverse mensenrechtenorganisaties als zodanig is erkend.
Toch ziet de vereniging dat de zorgen en frustratie zich steeds vaker richt op tijdelijke woonvoorzieningen voor asielzoekers, zoals chalets op tijdelijke locaties. Daarbij wordt volgens De Rolleman onvoldoende onderscheid gemaakt. Gemeenten kunnen voor noodsituaties tijdelijke ontheffingen verlenen. Dat er voor deze groepen wél ruimte wordt gevonden, terwijl voor woonwagenlocaties wordt gesteld dat grond ontbreekt, roept vragen op bij hun leden — vragen die volgens de vereniging terecht zijn. Tegelijk wijst De Rolleman erop dat deze voorzieningen per definitie tijdelijk zijn en geen structurele oplossing vormen, ook niet voor woonwagenbewoners.
De Rolleman benadrukt dat ook veel mensen die in dergelijke tijdelijke woonvormen zijn geplaatst zelf aangeven dat deze niet bij hen passen en soms zelfs als onmenselijk worden ervaren. Dat onderstreept volgens de vereniging juist hoe nauw wonen en identiteit met elkaar verweven zijn.
De Rolleman ziet dat het thema asielzoekers inmiddels ook door andere woonwagenverenigingen wordt gedeeld en besproken op sociale media. Tegelijk wil de vereniging nadrukkelijk waarschuwen voor een eenzijdige focus.
Volgens De Rolleman ligt de verantwoordelijkheid niet bij asielzoekers, maar bij de colleges van burgemeester en wethouders die keuzes maken en jarenlang hebben nagelaten voldoende standplaatsen te realiseren. Door de nadruk te leggen op asielzoekers dreigt het structurele falen van gemeentelijk beleid buiten beeld te raken. De vereniging roept daarom op tot terughoudendheid in toon en beeldvorming.
In een schriftelijke reactie laat De Rolleman weten:
"Wat ik onze gemeenschap vooral wil meegeven: wij weten als geen ander wat structurele discriminatie betekent. Juist daarom past het ons om zorgvuldig te blijven, ons te verplaatsen in anderen en respect te houden voor de menselijke waardigheid van iedereen — los van hoe iemand hier terecht is gekomen.
Laten we onze energie daarom richten waar die het hardst nodig is: op het doorbreken van vooroordelen, op het aanspreken van overheden en externe partijen die onze cultuur blijven uithollen, en vooral op samen sterk blijven staan als gemeenschap.
Met respect voor elkaar, met oog voor mensenrechten, en met een heldere blik op waar de echte verantwoordelijkheid ligt."
Volgens de vereniging ligt die verantwoordelijkheid niet bij asielzoekers, maar bij overheden die structureel nalaten voldoende standplaatsen te realiseren en daarmee internationale verplichtingen blijven schenden.
Auteur: Damian de Laat
